Bijna twee weken dat hij op het droomeiland St. Lucia vertoefde. Danny Hacke luierde op het terrasje van zijn tropische vakantiehut. Hij pufte van de warme en streek met zijn kappershand door de haren: zijn kop voelde kletsnet aan.

De flamboyant stond in volle bloei. Net een rode paraplu. Tussen de rode bloesem van de sierboom vlinderde plots een groene kolibrie. In de verte stonden hoge palmbomen.

Danny hoorde gerucht en keek door de glazen deur naar binnen. Het was het kamermeisje dat de bedden kwam opmaken. Bedeesd lachte de negerin hem toe. Hij glimlachte terug en wendde toen verlegen de blik af.

Een blackbird met een rare staart, net een visstaart, huppelde over het grasveld. Onder de regenboom liep een negerbediende. Hij liep heupwiegend en hield heel elegant een dienstblad op de palm van zijn hand.

«Are you alone, sir?» vroeg de neger verwonderd. (De roomservice had natuurlijk per vergissing Tea for two genoteerd.)

«Yes. My wife went to Castries. Shopping.»

«I see!» zei de bediende. Hij leek verveeld met de zaak.

«No problem! Zet maar op het tafeltje. Ik zal wel voor twee drinken.»

«Thank you, sir! Wilt u de bestelbon tekenen?»

«Warm hé? » zei Danny terwijl hij tekende.

«Warmer dan op uw eiland, sir?»

«Veel warmer! Maar ik woon niet op een eiland.»

«I see. Waar ligt uw eiland, sir?»

«Dicht bij Engeland. Maar het is geen eiland. België bedoel ik … Engeland natuurlijk wel.»

«I see. Zijn er veel mooie vrouwen op uw eiland, sir?»

«Op mijn eiland wonen de mooiste vrouwen ter wereld. En ik heb er de mooiste uitgepikt.»

«I see. Hoe lang bent u al getrouwd, sir?»

«Drie weken pas. We zijn hier op huwelijksreis.»

«I see. U moet wel heel rijk zijn om de mooiste vrouw ter wereld te kunnen onderhouden, sir?»

«…»

«I see. Wat is uw beroep, sir?»

«Hairdresser.»

«I see. Is het een grote zaak waar u werkt, sir?»

«Nee. We werken er slechts met twee: de baas en ik.»

«I see. U bent dus niet de eigenaar, sir?»

«Nee … of toch. Bij de dood van mijn schoonvader is mijn vrouw eigenares geworden. Nu word ik medebezitter.»

«I see. De fortuin is u wel bijzonder gunstig, sir?»

«…»

«I see. Good afternoon, sir.»

Met een tikkeltje ergernis keek Danny de neger na. Die ondervraging had nare gevoelens bij hem opgewekt. De stress bij de gedachte om weldra als baas het kapsalon te moeten openen. Ook voelde hij zich niet zuiver op de graat nu hij de dochter van Marcel zo kort na diens dood gehuwd had. Bij afwezigheid van de vader leek het wel maagdenroof. «Maar waarom heeft Marcel Stacke altijd een hekel aan mij gehad?»

En toen verscheen ze bij de regenboom. Heur gouden haar glanzend in het zonnelicht. Ze kwam naar hem toe met kleurbloemen in heur hand.

«O Iris! Regenboog die de zwarte nachten van mijn gedachten kleurt.»

Danny veerde recht en toen hij zijdelings door de glazen deur het bed zag, kreeg hij een erectie.


Terug naar dagdroom